Het woordenboek voor bootonderhoud
- Geplaatst op
- Door Leon Schuijt
- Geplaatst in Veel gebruikte termen, Woordenboek, Woordenboek bootonderhoud
- 0
A
Absorptie
Het opnemen, respectievelijk opgenomen worden van een stof door een andere stof.
Activator
Katalysator, verharder, versneller, uithardingsmiddel, B-component, reactor; materiaal dat reageert met ander materiaal om een vloeibare coating in een vaste coating te veranderen.
Afbladderen
Defect waarbij de verf loslaat van de ondergrond.
Afbreekbare Biociden
Biociden zijn chemische ingrediënten in verf die de ontwikkeling en de groei van organismen zoals wieren en zeepokken op het onderwaterschip tegengaan. Afbreekbare biociden zijn biociden die in water afbreken tot schadeloze bestanddelen, bijvoorbeeld via hydrolyse of foto degradatie. Biologisch afbreekbare biociden worden afgebroken door micro-organismen in water en sedimenten.
Afbladderen
Desintegratie in kleine schilfers.
Afsluitende laag
Verflaag die gebruikt wordt om de verf die niet overeenstemt met een bestaand verfsysteem toch te laten hechten.
Aircap
Kap aan de voorkant van een spuitpistool uitgerust met luchtgaten voor verstuiving.
Airless spuiten
Spuiten zonder lucht te verstuiven, met gebruik van hydraulische druk.
Alkyd
Hars gemaakt door reactie van alcoholen en zuren.
Amine zweet
Een dunne, kleverige laag op het oppervlak van een epoxy laag veroorzaakt door onvoldoende uithardingstemperaturen en/of hoge vochtigheidsgraad.
Ankerpatroon
Profiel, oppervlakteruwheid.
Antifouling
Antifouling; verf die speciaal is geformuleerd om oppervlakken en structuren onder de waterlijn te beschermen tegen de aangroei van organismen als schelpdieren, zeewier en slijm.
B
Basis
Verwijst naar het gewoonlijk grotere volume gedeelte van een 2-componenten systeem -meestal het niet-activerende gedeelte. Kan ook verwijzen naar een kale ondergrond die moet worden geverfd
Bindmiddel
Hars, bindmiddel; alles opgelost in het vloeibare deel van een verf maakt deel uit van het bindmiddel.,
Biocide-vrij of Niet-giftig
Antifouling biociden zijn actieve chemische ingrediënten die worden vrijgelaten uit een aangroeiwerende verf om de ontwikkeling en de groei van organismen, zoals wieren en zeepokken, op het onderwaterschip tegen te gaan De formulering van biocidevrije verf bevat geen werkzame bestanddelen die op deze manier werken. Bioxidevrije producten gaan de groei van organismen om te hechten aan een oppervlak tegen met behulp van andere niet-chemische middelen, zoals door fysieke oppervlakte-effecten (bijv. "non-stick" oppervlakken, voortdurend eroderende oppervlakken).
Bitumen Coat
Verf op basis van koolteer of asfalt.
Blaasvorming
Blaasvorming/blazen in een droge of gedeeltelijk droge verflaag.
Brandstofefficiënte antifouling
Antifouling waarbij u een lager brandstofverbruik heeft ten opzichte van wanneer een typische of reguliere antifouling wordt gebruikt.
Broeikasgassen
Dit zijn gassen in een atmosfeer die infrarode straling absorberen en weer uitstralen. Hieronder vallen gassen als methaan, kooldioxide en ozon. Deze gassen zijn essentieel voor de planeet om de temperatuur te handhaven; zonder deze gassen zou de aarde beduidend kouder zijn. Echter door menselijke activiteiten is de uitstoot van deze gassen de laatste jaren toegenomen, dit heeft geleid tot het 'broeikaseffect', waar thermische energie wordt vastgehouden in de atmosfeer en de gemiddelde temperaturen stijgen.
Bezinking
Sedimentatie: het bezinken van pigmenten, vulstoffen of andere vaste materialen in een verf.
Boxing
Mengen van dezelfde soort verf uit meerdere kleine blikken in 1 blik of vat.
Brugvorming
Filmvorming van de verf over een scheur, holte of andere kleine onvolkomenheden in een oppervlak.
Broosheid
Mate van weerstand tegen barsten of breken door het buigen.
Barstvorming
Splitting; fout waardoor onthechting plaatsvindt binnen een verflaag door slechte (inwendige) cohesie in plaats van door slechte hechting. Meestal veroorzaakt doordat oplosmiddel is opgesloten en/of niet genoeg verhard is.
Blaasvorming
Een term die wordt gebruikt om het verschijnen van blazen te beschrijven aan de oppervlakte, terwijl een verf wordt aangebracht.
C
CFK of Chloorfluorkoolstoffen
Dit zijn materialen die gewoonlijk vele toepassingen hebben, zoals drijfgas in spuitbussen en koelvloeistoffen in koeleenheden. Ze breken de ozonlaag in de stratosfeer van de aarde af. Het gebruik en toepassing is aan strenge beperkingen onderworpen of verboden krachtens internationale verdragen zoals het protocol van Montreal.
Chloorrubber
Een bijzondere film voormalig gebruikt als bindmiddel gemaakt door middel van chloreren van natuurlijk rubber
Cleaner
Oplosmiddel voor het voor het reinigen van verfapparatuur.
Compatibiliteit
Vermogen om te mengen met óf het goed hechten op andere componenten.
Corrosie
Verval; oxidatie, kwaliteitsverlies als gevolg van interactie met omgeving waardoor sterkte wordt aangetast.
Craqueleren
Onregelmatige splijting van de verf als in een opgedroogde modderplas.
D
Dauwpunt
Temperatuur waar beneden vocht in de lucht condenseert en verven onmogelijk wordt.
Densiteit
Ratio tussen het gewicht van een stof en dat van hetzelfde volume water.
Dilatant
Een type van viscositeit, die toeneemt naarmate je het product schud.
DOI
Distinctness Of Image; meeteenheid voor de helderheid van de verflaag door het vermogen om het beeld van een bepaald voorwerp te reflecteren.
Dow Jones Sustainability Index
Gestart in 1999, DJSI is een internationale index voor het volgen van de financiële prestaties van de leidende (beste 10%) door duurzaamheid gedreven ondernemingen wereldwijd. AkzoNobel is sinds september 2005 geselecteerd als lid van de DJSI
Droge laagdikte (dry film thickness - DFT)
Dikte van de verflaag nadat deze uitgehard is en elk oplosmiddel is verdampt.
Doorstrijktijd
De verf nat genoeg houden wanneer het wordt opgebracht, zodat men nog terug kan verven zonder dat er strepen komen tussen twee geverfde plekken.
Drijven
Scheiding van pigmentkleuren aan het oppervlak
Droogtijd
Tijdsinterval tussen applicatie en de definitieve doorharding
Droog bij aanraking
De fase gedurende het drogen waarin de coating niet langer plakkerig aanvoelt wanneer deze lichtjes wordt aangeraakt.
Dofheid
Verlies van glans of gloed
Doorbloeden
Verkleuring veroorzaakt door oplosbare pigmenten of bindmiddelen die opkomen uit de onderliggende lagen.
Draden trekken
Voortijdig uitdrogen waardoor een spinnenweb effect ontstaat bij het spuiten (verf droogt voordat deze hecht aan de ondergrond).
Duurzaamheid
De capaciteit van de planeet om de hulpbronnen te vervangen. Een duurzame onderneming betekent dat deze onderneming inspeelt op de behoeften van de huidige generatie zonder afbreuk te doen aan het vermogen van toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien. Bij AkzoNobel zijn wij vastbesloten om onze invloed op de planeet te verminderen en meer duurzame producten en oplossingen aan onze klanten te leveren
E
Eco-efficiënt
De term werd in 1992 bedacht door het World Business Council for Sustainable Development (WBCSD). Het onderliggende concept is het creëren van meer goederen en diensten met gebruikmaking van minder grondstoffen en met minder afval en vervuiling. De vermindering in ecologische effecten vertaalt zich in een verhoging van de hulpbronnenproductiviteit, waardoor een concurrentievoordeel wordt gecreëerd. Essentiële aspecten van eco-efficiëntie zijn:
- Een vermindering van de materiaalintensiteit van goederen en diensten
- Een vermindering van de energie-intensiteit van goederen en diensten
- Verminderde verspreiding van toxische stoffen
- Verbeterde recycleerbaarheid
- Maximaal gebruik van hulpbronnen
- Langere duurzaamheid van producten
- Verhoogde dienstintensiteit van goederen en diensten
Eco-premium
Eco-premium oplossingen zijn concurrerend geprijsde, hoogwaardige producten die meer voordelen voor het milieu hebben dan hun reguliere equivalenten. Deze eco-efficiëntie kan in elk stadium van de levensduur van een product voorkomen - bij de winning van natuurlijke hulpbronnen tot fabricage, eindgebruik en het uiteindelijke beheer van afvalstoffen. Voor AkzoNobel geldt dat 18% van onze inkomsten uit eco-premium producten komt. Ons doel is dit getal te verhogen naar 22 procent in 2009 en 30 procent in 2015
Ecotoxisch
Ecotoxische stoffen hebben de potentie om ernstige schade te veroorzaken wanneer ze vrijkomen in het milieu of in een specifiek ecosysteem in toxische hoeveelheden.
Ecologische Voetafdruk of Mondiale Voetafdruk
Een meeteenheid voor de menselijke beslaglegging op de ecosystemen op aarde. Het vergelijkt de eisen van de mens met de ecologische capaciteit van de aarde om te regenereren. Terwijl de term 'ecologische voetafdruk' op grote schaal wordt gebruikt, verschillen de meetmethoden. Er wordt echter gewerkt aan standaard berekeningsnormen.
Elektrostatisch spuiten
Deze spuitmethode is gebaseerd op het principe dat deeltjes met ongelijknamige lading elkaar aantrekken. De pneumatisch- of airless vernevelde verf wordt door middel van een elektrode negatief geladen en vervolgens op een positief geaard voorwerp gespoten.
Emissies
Dit verwijst naar verontreinigende stoffen zoals chemicaliën, fijnstof en andere vervuiler die in de atmosfeer komen, bijv. vluchtige organische stoffen (VOS, komt vrij wanneer verf droogt/uithardt) of uitlaatgassen van interne verbrandingsmotoren. De ontwikkelingsprogramma's voor nieuwe producten van AkzoNobel zijn gericht op het minimaliseren van de VOS-emissies en biociden van onze antifoulings
Emulsieverf
Watergebaseerde verf met een geëmulgeerde kunsthars bindmiddel.
Effenheid Profiel, mechanische verankering, oppervlakteruwheid.
Erosie
Wegslijten van verflagen
Externe mix
Spuit apparatuur waarin vloeibare lucht buiten de luchtkap bij elkaar wordt gevoegd.
Epoxy teercoating
Verf gemaakt uit een combinatie van koolteer met epoxy hars
F
Film
Een enkele laag of laag verf aangebracht op een oppervlak, in plaats van een compleet verfsysteem.
Filmvormend materiaal
Een stof die een vel of membraan vormt, wanneer deze droogt uit vloeibare toestand
Film integriteit
Mate van continuïteit van de film
Flashing
Niet-uniforme glans in onregelmatige gebieden veroorzaakt door onvoldoende en niet-uniforme primer en het daaruit voortvloeiende verlies van het bindmiddel in de ondergrond.
G
Galvaniseren
De coating van ijzer of staal met een laag van zink en ijzer-zink verbindingen, door onderdompeling in een bad met gesmolten zink.
Galvanische corrosie
Corrosie van ongelijke metalen met elektrisch contact
Geforceerd drogen
Versnelling van de droogtijd door verhogen van de temperatuur en beschikbare aangedreven luchtcirculatie
Gelcoat
Beschermende buitenste harslaag op glasvezel die polyester laminaat versterkt.
Gevaarlijke stof
Beschrijft een materiaal, stof of activiteit met het potentieel om schade aan mens en/of milieu aan te richten
Glans
Gloed; glansvermogen; helderheid.
Glansbehoud
Vermogen om de oorspronkelijke glans te behouden.
Glansmeter
Apparaat voor het meten van kleurbehoud of lichtbestendigheid.
Greenwash
De werkwijze van bedrijven die hun producten en beleid ten onrechte presenteren als milieuvriendelijk, zoals bijvoorbeeld door de presentatie van kostenbesparingen door vermindering van het gebruik van de middelen. Voorbeelden:
- Focus op één voordeel voor het milieu, terwijl tal van andere schadelijke effecten worden genegeerd.
- Het doen voorkomen van externe goedkeuring terwijl er geen verificatie mogelijk is.
- Vage uitspraken, zoals 100% natuurlijk, terwijl zelfs sommige componenten die op zich natuurlijk zijn, toch wel gevaarlijk zijn
- Irrelevante uitspraken zoals CFC-vrij, 20 jaar nadat CFC doeltreffend zijn verboden
- Het maken van valse beweringen, liegen
- Tegenstrijdige uitspraken
Tegenspraak, bijvoorbeeld een gevaarlijke bestrijdingsmiddelen beschrijven als 'milieuvriendelijk'.
Gruis
Een schuurmiddel verkregen van slakken en verschillende andere materialen.
Gordijnvorming
Zakkervorming; Overmatige en neerwaartse beweging van een verffilm op verticale oppervlakken met een dikke onderkant in de verf, niet zo buitensporig als lopers/zakkers.
H
Hars
Een natuurlijk of synthetisch materiaal dat voorkomt in vernis, lak en verf, zorgt voor de filmlaag van de verf.
Houdbaarheid
Maximale tijdsduur gedurende welke een materiaal kan worden opgeslagen in bruikbare staat.
HAPS of Hazardous Air Pollutant (Gevaarlijke luchtverontreinigende stoffen)
Naam gegeven door de Amerikaanse autoriteiten aan de meest krachtige 'luchtgiftige stoffen' die vermoedelijk ernstige gezondheids- en milieuproblemen kunnen veroorzaken, zoals kanker en/of aangeboren afwijkingen bij de mens, enz. De term, afkomstig uit de VS 1990 Clean Air Act, is ingevoerd om de uitstoot van bepaalde giftige stoffen door de industrie te verminderen.
HAPs-vrij (vrij van Gevaarlijke luchtverontreinigende stoffen)
Product bevat of verspreidt geen materialen uit die gedefinieerd worden als gevaarlijke luchtverontreinigende stoffen.
Hechting
Hechting
Hechting
Bindingssterkte; de mate van hechting van een verflaag op de ondergrond
High Build verven
Verven die kunnen worden toegepast met een relatief hoge natte laagdikte.
High Solids
Meer dan 60% van het product bestaat uit en vaste stof die niet verdampt in de atmosfeer
Haarscheurtjes
Een patroon van kleine scheurtjes in het oppervlak van een gelcoat
Hanteerbaar droog
De tijdsinterval tussen de applicatie van de verf en mogelijkheid om op te pakken zonder dat er schade ontstaat
Hechtlaag
Een verflaag aangebracht op een vorige laag om de hechting van de volgende lagen te verbeteren of ter voorkoming van andere oppervlaktebeschadigingen, bijv. vorming van bubbels in een volgende laag.
Houtrot
Uit elkaar vallen van hout door schimmels die goed gedijen in vochtig hout en slecht geventileerde ruimtes. Vaak gevonden achter slecht hechtende verflagen, of daar waar regenwater het hout kan binnendringen en niet meer kan verdampen.
I
Insluiting van het oplosmiddel
Als oplosmiddelen niet verdampen voordat een verflaag uithardt, kunnen ze worden ingesloten in het verfsysteem. Meestal als gevolg van te grote laagdikte, te snel overschilderen of teveel toegevoegde katalysator. Oplosmiddel insluiting maakt dat de verf zacht blijft, een slechte glans en gaatjes heft.
J
K
Koolstofvoetafdruk
Een meeteenheid om het effect van onze broeikasgasemissies op het milieu aan te geven, en in het bijzonder op klimaatverandering. Het kan worden berekend voor een bepaald product, voor een productielocatie of voor activiteiten die we ondernemen. Het is een meeteenheid van alle geproduceerde broeikasgasemissies in eenheden van ton (of kg) van de koolstofdioxide-equivalent. AkzoNobel heeft een duidelijk Klimaatsbeleid (Carbon Policy) met te behalen doelstellingen en ambities die tussen 2015 en 2020 moeten worden bereikt
Koolstof neutraal
Een algemeen aanvaarde terminologie voor iets dat netto zero broeikasgasemissies heeft (bijv. een organisatie of product). Omdat de organisatie of het product meestal wel broeikasgasemissies veroorzaken, is het meestal nodig een aantal koolstofcompensaties te gebruiken om neutraliteit te bereiken. Koolstofcompensaties zijn emissiereducties die ergens anders zijn gemaakt en die dan worden verkocht aan de eenheid die het effect tracht te reduceren. Om koolstofneutraal te worden is het belangrijk om een zeer nauwkeurige berekening te maken van de hoeveelheid broeikasgasemissies die moeten worden gecompenseerd – dit vereist de berekening van een koolstofvoetafdruk
Katalysator
Verharder, activator, versneller, uithardingsmiddel; een materiaal dat een reactie start maar niet werkelijk in die reactie wordt verbruikt
Kattenoog
Gat in de vorm van het oog van een kat; kratervorming
Kathodische bescherming
Een methode om metalen te beschermen tegen corrosie in een watermilieu door gebruik te maken van een opofferingsanode (meestal een zinklegering) die een krachtiger pool is dan die het te beschermen metaal vormt.
Kleefgraad
Mate van kleverigheid.
Kreb-eenheid
Eenheden van viscositeit
Krokodillenpatroon
Oneffenheden in het oppervlak van de verf die er uitzien als krokodillenhuid
Kippenvel
Kleine blaasjes die lijken op een “kippenhuid”.
Kleurbehoud
Vermogen om de originele kleur te behouden.
Kopervrij
Koper wordt als een biocide in een antifouling gebruikt. Kopervrije verf bevat geen koper (noch als een pigment of als deel van een polymeer)
Kraters
Visogen; kleine schotelachtige indrukken in een verflaag, meestal veroorzaakt door vervuiling met siliconen en andere ontvochtigers.
Kratervorming
Vorming van openingen of diepe afdrukken in de verffilm
Kralenvorming
Krimpen van de verf zodat er een oneffen oppervlak ontstaat
L
Lakken
Een harde, glanzende coating.
Lapping
Ongelijkmatige kleur of glansverschil bij opgedroogde verflaag
Leafing
Lichte overlapping van pigmentvlokken op het horizontale oppervlak van een coating.
Lak
Gepigmenteerde lak; alle harde, glanzende coatings
Laagdiktemeter
Apparaat voor het meten van de laagdikte van een oppervlak; droge of natte laagdiktemeters zijn beschikbaar
Luchtkap van verfspuit
Lucht nozzle; geperforeerde mondstuk voor het verstuiven van de lucht bij het uiteinde van het spuitpistool.
Luchtdrogend
Droging door oxidatie of drogen door verdamping door eenvoudige blootstelling
Luchtinsluiting
Insluiting van luchtbellen in verflaag
Lopers/zakkers
Verffilm gebrek in de vorm van doorhangende verf in smalle linten die naar beneden stromen op verticale oppervlakken. Meestal veroorzaakt door het aanbrengen boven de aanbevolen laagdikte of te veel verdunnen van de verf.
Lage geur belasting
Geeft aan dat de verf minder geur dan een standaard of regulier alternatief product produceert. Er zijn geen normen voor het indelen van een verf als geurarm
Lasslakken
Ophopingen die zich vormen tijdens het lassen.
Lasspetters
Druppels van metaal die zijn achtergebleven na het lassen.
Lage oppervlakte spanning
Coating die watermoleculen (hydrofoob) afstoot, over gladde en/of heeft elastische eigenschappen beschikt waaraan fouling-organismen niet gemakkelijk kunnen hechten.
Laag VOS
Geeft aan dat een product minder VOS produceert dan de alternatieve of reguliere producten die voor hetzelfde gebruik beschikbaar zijn. Wij fabriceren verven die voldoen aan de strengste huidige wetgeving met betrekking tot VOS zoals hieronder vermeld:-
Antifouling.......................................330g VOS/per liter aangebrachte verf
Wood Sealer..................................490g/l
Vernis............................................340g/l
Extreme High Gloss Aflak ........490g/l
High Gloss Aflak.........................420g/l
Interior Finish.................................340g/l
Afwerkplamuur/ plamuur...............420g/l
Primers en grondverven .............340g/l
M
Mandrel-test / Doorbuigproef
Een fysische doorbuigproef voor hechting en flexibiliteit
Metamerie
Een effect dat optreedt als twee verven dezelfde kleur lijken te hebben onder een lichtbron, maar aanzienlijk in kleur verschillen als de belichting verandert (meestal een rode / groene verandering).
Milieu impact
Een beoordeling van het mogelijke effect - positief of negatief - dat een voorgenomen activiteit zoals een nieuw product op het milieu kan hebben. Het doel van het maken van een dergelijke beoordeling is ervoor te zorgen dat beleidsmakers de daaruit voortvloeiende gevolgen voor het milieu overwegen bij de beslissing om door te gaan met een project. De International Association for Impact Assessment (IAIA) definieert een milieueffectbeoordeling als “het proces van identificeren, voorspellen, evalueren en beperken van biofysische, sociale en andere relevante effecten van ontwikkelingsvoorstellen voorafgaand aan belangrijke te nemen besluiten en gemaakte afspraken.”
Milieuvriendelijk (ook eco-vriendelijk, natuurvriendelijk en groen)
Goederen en diensten waarvan wordt geacht dat ze minimale of geen schade aan het milieu toebrengen. Etikettering van producten als “Milieuvriendelijk” wordt grotendeels door vrijwillige codes geregeld. In sommige gevallen kan het gebruik van deze termen verwarring veroorzaken als ze niet duidelijk zijn gedefinieerd.
Mengverhouding
De (meestal volume) mengverhouding voor een 2- of meer componenten product.
MSDS
Afkorting voor Material Safety Data Sheets (MSDS-blad).
N
Nevellaag
Dunne spuitlaag
Niet-ontvlambaar
Onbrandbaar
Natte laagdikte (Wet Film Thickness - WFT)
De dikte van de verf wanneer het wordt aangebracht voordat de verdamping van het oplosmiddel plaatsvindt.
Nat spuiten
Spuiten zodat het oppervlak bedekt is met een verf die nog niet begonnen is met opdrogen.
Niet-vluchtig
Vast; niet-verdampend; het deel van een verf dat achterblijft nadat het oplosmiddel is verdampt.
O
Ontvetter
Chemische oplossing voor vet verwijdering.
Overschilderbaar droog
Tijdsinterval tussen de applicatie van een verflaag en het zodanig droog zijn van deze laag zodat de volgende laag zonder problemen opgebracht kan worden.
Onderlinge hechting
Het vermogen van elke verflaag om te hechten aan de vorige lag.
Opaciteit
Dekkend vermogen.
Osmose
Chemische afbraak binnen het polyester laminaat veroorzaakt door het binnendringen van vocht, wat uiteindelijk blaasvorming in de gelcoat veroorzaakt.
Oververharding
Toestand die wordt veroorzaakt door een overmatige toevoeging van een verharder aan een 2-componenten verf, veroorzaakt broosheid of amine zweten.
Overspray/spuitverlies
Verf die terechtgekomen is op een oppervlak of voorwerp tijdens het spuiten van een ander oppervlak of voorwerp.
Oxidatie
Roesten, in combinatie met zuurstof.
Ozonvriendelijk
Deze term wordt vaak gebruikt op etiketten en in literatuur. Het betekent meestal dat het product geen CFC-gassen (Chloorfluorkoolstof) bevat die bijdragen aan de aantasting van de ozonlaag.
Omgevingstemperatuur
Kamertemperatuur of omgevingstemperatuur.
Opweken
Rimpelen van aflak of opweken van de grondverf.
Onderling mengbaar
Kunnen onderling gemengd of gemixd worden tot een uniforme homogene vloeistof.
Opofferingsanode
Stuk metaal, minder edel dan ijzer, dat in de buurt van bronzen of andere metalen delen wordt aangebracht; hierdoor zal een optredende elektrische stroom van hoog-naar laagwaardig metaal gaan, en niet het metaal van het schip corroderen, maar eerst de anode.
Oplosmiddel
Een vloeistof waarin een andere stof kan worden opgelost.
Onvoldoende vernetting
Situatie waarin een verflaag niet goed uithardt door foutief mengen of aanbrengen in koude/vochtige omstandigheden. Verf blijft zacht met weinig glans.
P
Pigmenten
Vast kleurstof.
Pin-holing/Kratervorming
Vorming van kleine gaatjes door de gehele dikte van de coating.
Plamuur
Bindmiddel, vulstof; ingrediënten die aan de verf worden toegevoegd voor betere dekking, kostenvermindering, meer duurzaamheid, verandering van uiterlijk en andere gewenste eigenschappen te beïnvloeden
Pot-life / Verwerkingstijd
Periode waarin 2-componenten materiaal na het mengen verwerkt kan worden.
Primer
Eerste complete verflaag van een verfsysteem dat wordt toegepast op een oppervlak. Dergelijke verven zijn ontworpen om goede hechting te verstrekken aan nieuwe oppervlakken of worden geformuleerd om aan de speciale eisen van de oppervlakken te voldoen.
Product Stewardship
Programma van de Marine, PC en Yacht Business Unit van AkzoNobel, dat is gericht op bescherming van haar medewerkers, klanten, het publiek en het milieu door:-
- De bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het milieu een vroeg en integraal onderdeel van ons productontwikkelingsproces te maken.
- Het leveren van hoogwaardige en relevante informatie over het veilig gebruik en de verwijdering van onze producten.
- Inspelen op de vragen en bezorgdheid van de gemeenschap, klanten, werknemers en andere belanghebbenden
- Voldoen aan alle wettelijke vereisten met betrekking tot onze activiteiten en onze producten in de landen waar wij zaken doen.
- Actief deelnemen met de brancheorganisaties in de ontwikkeling van billijke en haalbare normen wereldwijd
Profiel
Oppervlakcontour gezien vanaf de rand.
Profiel diepte
Gemiddelde afstand tussen het hoogste en het laagste punt een oppervlak.
Q
R
Reactor
Uithardingsmiddel, katalysator, activator, B-component, verharder.
Recyclebaar
Een materiaal dat opnieuw kan worden verwerkt en hergebruikt na het eerste gebruik. Veel metalen en kunststoffen zijn recyclebaar en veel regio's hebben de infrastructuur om de materialen opnieuw verwerken.
Reflecterend vermogen
Mate van lichtreflectie
Roest
Een roodbruine oxide die zich vormt op ijzer of staal door de inwerking van zuurstof en vocht.
Rendement
Niet-technisch getal dat aangeeft welk oppervlak met een bepaalde hoeveelheid verf in de aanbevolen filmdikte kan worden geschilderd.
Rimpelvorming
De filmlaag van de verf krimpt tijdens het drogingsproces in een onregelmatige patroon welke veroorzaakt wordt door slechte applicatie. Verf is te dik of in direct zonlicht opgebracht en het oplosmiddel in de verf is hierdoor ingesloten.
S
Sluitlaag
Verf die wordt gebruikt om de ondergrond of voorafgaande lagen af te dichten en daardoor interactie voorkomt tussen de opeenvolgende aangebrachte lagen.
Slijtvastheid
Weerstand tegen mechanische slijtage.
Slijp- of schuurmiddel
Het middel dat wordt gebruikt voor schoonstralen, bijvoorbeeld zand of gruis.
Stralen
Reinigen met straalgrit.
Scherpe kant (vlak steil facet)
Aflopende rand.
Sinaasappelhuid
Kleine, talrijke en regelmatige onregelmatigheden in de gedroogde verflaag; geven het oppervlak het uiterlijk van sinaasappelhuid.
Schoon- of afbikken
1. Reinigen van staal met behulp van speciale hamers.
2. Voorbeelden van verf falen.
Splijten
Fout die optreedt bij een verflaag veroorzaakt door slechte interne samenhangende kracht, in plaats van een slechte hechting. Meestal veroorzaakt door een insluiting van het oplosmiddel en/of onvoldoende vernetting.
Spot priming
Het primeren van kleine stukjes van een eerder geschilderd oppervlak waar het substraat is blootgesteld.
Substraat/ondergrond
Te schilderen oppervlak.
Synthetisch
Gefabriceerd; komt in natuurlijke vorm niet voor.
Slagvastheid
De mate van weerstand tegen een klap; vermogen om vervorming te weerstaan van een impact.
Spot repair
Plaatselijk repareren van de verf; bijwerken of opnieuw aanbrengen van verf voordat roestvorming begint.
T
TDS
Afkorting voor Technical Data Sheet (technisch informatieblad).
Thermoplastisch
Beweegt of verzacht onder invloed van warmte.
Thermofixatie
Wordt hard bij verwarming en kan niet opnieuw worden gesmolten.
Thixotropisch
Betekent een type viscositeit die dunner wordt bij roeren of schudden en dan weer dikker wordt wanneer die beweging stopt.
Terpentijn
Gedistilleerde pijnboomolie, gebruikt als een schoonmaakmiddel, oplosmiddel of verdunner voor op olie gebaseerde en alkyd coatings.
Twee-componenten
Verf gebaseerd op bindmiddelen die uitharden door de chemische reactie tussen twee componenten.
Toxidevrije biocide
Biocide die in onschadelijke stoffen afbreekt in de natuur
Tint
Mate van grijstinten in een kleur.
U
Underatomized
Nog niet voldoende of niet fijn genoeg verdeeld.
Urethaan
Een belangrijk hars in de verfindustrie. Een echte urethaan verf is een twee-componenten product dat uithardt wanneer de katalysator een chemische reactie tweeg brengt die beide componenten verenigt.
Uitlogen van weinig koper
Uitlogen verwijst naar de snelheid waarmee een biocide, zoals koper, wordt vrijgelaten uit de verflaag om de aangroei van organismen te remmen op het onderwaterschip van een boot. Antifouling dat koper in zout water uitloogt met minder dan een stabiele uitlogingssnelheid van minder dan 10 μg per cm2 per dag kan worden beschreven als laag koper uitloging of een antifouling met een lage koper uitloging. 1
1 Uitloging zoals bepaalt door een berekening met behulp van een massabalansmethode
Urethaan teercoating
Verf gemaakt van een combinatie van koolteer met urethaan hars
Uitharden
Verharden
V
Verharder
Uithardmiddel, katalysator, activator, accelerator, B-component, reactor; niet-technische term gebruikt om het meestal kleinere deel van een 2-componenten product te beschrijven dat wordt toegevoegd aan de “basis” om de uitharding te starten.
Vernis
Een preparaat dat bestaand uit een oplosmiddel, een drogende olie, en meestal hars, rubber, bitumen, enz., voor toepassing op een oppervlak waar het polymeriseert tot een harde glanzende, meestal transparante coating.
Versneller
Katalysator, verharder, versneller, uithardingsmiddel, B-component, reactor; een materiaal dat de reactie versnelt
Verdunner
Een vloeistof voor het verminderen van de viscositeit van verf.
Verbleken
Vermindering van kleurhelderheid
Visoog
Kratervorming
Vulvermogen
Kenmerken droge laagdikte per laag.
Vlampunt
De temperatuur waarbij een vlambare vloeistof genoeg damp veroorzaakt om te ontvlammen door een kleine externe vlam of vonk
Vliegroestvorming
Snelle roestvorming op het oppervlak bij nieuw voorbehandeld staal, meestal veroorzaakt door regenwater, condensatie of nat gritstralen.
Viscositeit
Een meeteenheid voor vloeibaarheid.
Viscositeitsbeker
Gereedschap om viscositeit te meten.
Verkwastbaarheid
Gemak van het kwasten
Vernetten
Een speciale methode waarbij chemicaliën zich verenigen om lagen te vormen.
Verkrijten
Oppervlakte afbraak van een verflaag door blootstelling aan ultraviolet licht, water en zuurstof. De symptomen van verkrijten zijn: dofheid en poederachtig materiaal op het oppervlak.
Verdamping
Verandering van een vloeibare of vaste staat naar damp
Verlenger
Vuller, opvulmiddel; ingrediënten die aan de verf worden toegevoegd voor betere dekking, kostenvermindering, meer duurzaamheid, verandering van uiterlijk en andere gewenste eigenschappen te beïnvloeden
Velvorming
De vorming van een dikke huid-achtige laag op vloeibare verf en vernis indien blootgesteld aan zuurstof.
Verharder
Katalysator, verharder, B-component, uithardingsmiddel, reactor; een materiaal dat met een ander materiaal reageert om vloeibare coating om te zetten in een vaste coating.
Verontreiniging tussen verflagen
Aanwezigheid van vreemde stoffen tussen de verflagen.
VOS
De hoeveelheid vluchtige organische stoffen in een product. Vluchtige organische stoffen (VOS) zijn gassen of dampen die door verschillende vaste of vloeibare stoffen worden uitgestoten. Verf en verfafbijtmiddelen, samen met huishoudelijke producten bevatten vaak VOS, die worden uitgestoten wanneer ze worden aangebracht of gebruikt. VOS zijn essentieel in vele jachtcoatings. Aflakken zijn een belangrijke voorbeeld, omdat er verwacht wordt dat aflakken een uitstekend glanzend en esthetisch eindresultaat hebben en daarvoor heeft een aflak uitstekende vloei-eigenschappen nodig.
Vluchtigheid
De definitie van een kwaliteitskenmerk van een vloeistof die snel verdampt wanneer blootgesteld aan lucht.
Volume vaste stof
Het percentage van een verf dat vaste stof is.
Vochtigheid
Niveau van vocht in de lucht.
Vulstof
Vulmiddel, extender; ingrediënten die aan de verf worden toegevoegd voor betere dekking, kostenvermindering, meer duurzaamheid, te veranderen en invloed te hebben op andere gewenste eigenschappen.
Vullend vermogen
Viscositeit; midden of onder (lag)
W
Waterbasis / Verf met lage VOS
Coating waar het primaire oplosmiddel water is en de VOS minder dan 150 g/l van het vloeibaar product is (theoretische waarde, uitgaande van het ergste geval). Voordelen: Verminderde emissies in de lucht / invloed op het milieu. Geen oplosmiddelen nodig voor het schoonmaken van het materiaal, VOS-naleving (indien van toepassing). Advies in overeenstemming met "SED" Solvent Emission Directive (waar noodzakelijk). Weinig geur. Verbeterde werkomgeving (vooral binnenshuis).
Waterstralen
Schoonstralen met water dat met hoge snelheid roteert.
Water vlekken
Een fout in het oppervlak dat wordt veroorzaakt door waterdruppels.
Wettelijke instanties
Personen die wetten maken, wijzigen of intrekken.
Waasvorming
Witte/grijze waas of sluier gevormd aan het oppervlakte die de verf een dof aanzien geeft.
Witte koper
Normaal een verwijzing naar een legering van koper en nikkel óf koper en zink, meer recentelijk wordt deze benaming gewoon gebruikt voor koper thiocyanaat. Koper Thiocyanaat is een wit of grijs poeder gebruikt in sommige antifouling als een biocide. Pluspunten: Voordeel: Antifouling producten die koper thiocyanaat bevatten scheiden koper langzamer uit dan die met een vergelijkbare hoeveelheid koperoxide.
X
Y
Yellowing/Vergelen
Vergelen van witte verf veroorzaakt door bepaalde gassen, schoonmaakmiddelen, koken, gebruik van ammoniak en door een slechte selectie van de pigmenten en bindmiddelen.
Z
Zwaar metaal
Alle metalen met een soortelijk gewicht van 5,0 of meer. Vooral een metaal dat giftig is voor organismen, zoals lood, kwik, koper en cadmium.
Zink spuiten
Vergelijkbaar met galvaniseren, gesmolten zink wordt gespoten op voorbehandeld staal met een speciaal verwarmd pistool. Zink gespoten oppervlakken zijn moeilijk te schilderen.
Zuurgetal
Een numerieke index van vrij zuur in een olie of hars.
Zakkervorming
Gordijnvorming; overmatige en neerwaartse beweging van een verffilm op verticale oppervlakken met een dikke onderkant in de verf, niet zo buitensporig als lopers/zakkers.
Reacties
Wees de eerste om te reageren...